Biest: van levensbelang voor een kalf
Een pasgeboren kalf is kwetsbaar. Het bezit géén antistoffen en tijdens de eerste weken werkt het eigen immuunsysteem van een kalf nog onvoldoende om infecties van darmen (diarree) of longen (longontsteking) te bestrijden.
Daarom is het van groot belang dat kalfjes zo snel mogelijk na de geboorte biest krijgen. Biest bevat hoge concentraties antistoffen (IgG) die het kalf beschermen. Daarnaast bevat biest energie, eiwit, mineralen, vitaminen en stoffen die een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van de dunne darm.
Veel, vlug, vaak en vers
Zorg dat uw kalf binnen een uur na de geboorte minstens drie tot vier liter biest van goede kwaliteit binnenkrijgt (vuistregel voor de hoeveelheid: tien procent van geboortegewicht kalf), binnen acht uur nog eens twee liter en binnen 24 uur nog eens twee liter. Dat is dus in totaal zeven tot acht liter in de eerste 24 uur, waarin alleen biest wordt gegeven van de eerste melking. Zo ontvangt uw kalf voldoende voedingsstoffen om direct na de geboorte een goede weerstand op te bouwen. Een snelle biestverstrekking is letterlijk van levensbelang: de opname van afweerstoffen door een kalf via biest verloopt het beste direct na de geboorte. Binnen twaalf uur is de opname van afweerstoffen gehalveerd en na 24 uur vindt er géén opname van antistoffen meer plaats vanuit biest naar het bloed.
Dichtheid van biest
Goede biest bevat ten minste 50 gram IgG per liter. De eerste biest bevat de hoogste IgG-concentratie, bij de tweede biest is deze concentratie al gehalveerd. Niet iedere koe produceert biest van een hoge kwaliteit. Met een zogeheten colostrummeter kunt u in één oogopslag de kwaliteit van de biest aflezen. Zo’n meter bepaalt de dichtheid van biest (totale drogestofgehalte aan vet, eiwit en lactose). Biest met een hoge dichtheid, is ook rijk aan afweerstoffen. U kunt een zogeheten refractometer gebruiken, die de brekingsindex meet. Die index is een maat voor het IgG-gehalte van biest. Biest van goede kwaliteit kunt u invriezen en blijft daarmee bruikbaar voor andere kalveren. Ontdooi deze biest niet in de magnetron maar doe dat door de biest geleidelijk te verwarmen (‘au-bain-marie’).
De oorzaak van een matige biestkwaliteit is vaak terug te voeren op het rantsoen van de drachtige koeien in de droogstand. In de ideale droogstand houdt een koe haar drogestofopname op peil, tot en met de dag van kalven. Dit kan alleen als de koe 24 uur per dag de beschikking heeft over een smakelijk rantsoen. Ook het ruw eiwitgehalte van het rantsoen en de hoeveelheid mineralen en vitaminen beïnvloeden de biestkwaliteit.
Blijven ondanks alle maatregelen diarree en luchtweginfecties regelmatig de kop op steken, vraag dan een gesprek aan met de jongveespecialist van DairyStart. Hij zal dan samen met u het management analyseren: van droogstand tot biestverstrekking en van hygiëne tot huisvesting.
Download ons Biestprotocol
Het Biestprotocol is een handig stappenplan inclusief een Brix waarde tabel. Hierin staat welke Brix-waarde overeen komt met het IgG gehalte van de biest.